Zoeken naar het onderstreepte woord en benoemen welke woordsoort het is. Een goede keuze levert de juiste letter op voor de eindzin. Laat ook jouw kinderen in je klas oefenen met woordsoorten benoemen.
Vanaf groep 4 is er aandacht voor taalkundig ontleden: woordsoorten benoemen. Het begint met de lidwoorden en de zelfstandige naamwoorden. Gaandeweg volgen ook de andere woordsoorten. Vaak kunnen de kinderen al heel veel woorden noemen bij elke woordsoort, ze wisten alleen nog niet dat die verzameling woorden zo worden genoemd.
Hoe werkt het?
Download de werkbladen en laat de kinderen beginnen. Op elk werkblad staan vier woordsoorten centraal. In elke zin is een woord onderstreept. Ze geven aan bij welke woordsoort het betreffende woord hoort. Dat doen de kinderen door achter de zin de letter in de juiste kolom te omcirkelen. De omcirkelde letters vormen, gelezen van boven naar beneden, een zin. Dat betekent dat de kinderen aan het eind ook gelijk kunnen zien, hoe ze het gedaan hebben. Fouten in de zin zijn zo opgespoord. De kinderen kunnen vervolgens terugkijken naar de zin en het goede antwoord. Het levert je als leerkracht dan ook nauwelijks tot geen extra nakijkwerk op.

Werkbladen woordsoorten benoemen
In de drie sets staan elk tien werkbladen met daarop 25 zinnen waarmee de kinderen oefenen met woordsoorten benoemen. Deze woordsoorten zijn als volgt over de sets verdeeld:
- Set 1: lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoord en werkwoorden
- Set 2: voorzetsels, (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden en werkwoorden
- Set 3: aanwijzende voornaamwoorden, betrekkelijke voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, persoonlijke voornaamwoorden en vragende voornaamwoorden
De betrekkelijke en vragende voornaamwoorden zullen elkaar afwisselen. Beide woordsoorten komen op vijf van de tien werkbladen terug.
Op de voorzijde van het werkblad kun je naargelang je dat wenselijk vindt, het overzicht afdrukken waarop alle voorzetsels op het betreffende werkblad nog even kort worden toegelicht met enkele voorbeelden. Wanneer er in de lessen al veel aandacht is geweest voor de woordsoorten, is dat overzicht dus per se niet noodzakelijk. Uiteraard is er ook van elk werkblad een antwoordvel.